10 Wachters

Het was op een avond dat ik het introductiefilmpje van ‘Christenen voor Israël’ zag en dat ik voor een 2de keer in mijn leven werd stilgezet. Het filmpje van deze stichting kwam bij mij zo binnen dat ik huilend van huis ben weggelopen. Bij de haven ben ik God om vergeving gaan smeken om wat wij en onze voorouders Zijn volk hebben aangedaan. Wat wij, als het zogenaamde  ‘nieuwe verbondsvolk’ (de kerk), het ware verbondsvolk (Israël) hebben aangedaan. Onze oudste broeder, onze eigen broers en zussen! Ik herkende mijzelf niet meer, want zo was ik normaal gesproken niet. Ik kreeg een enorm collectief schuldgevoel over me en dat zal ook niet meer weggaan als ik aan onze christelijke geschiedenis denk t.o.v. het joodse volk. Vanaf die gebeurtenis heeft God mij een enorme liefde voor Zijn volk in mijn hart gegeven en zo ontstond de roeping om Gods onveranderlijke liefde voor Zijn volk aan anderen, aan gelovigen, maar vooral aan de kerk, door te geven. God maakte van mij een wachter voor Zijn volk. Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem zal ik niet stil zijn, totdat haar gerechtigheid opkomt als een lichtglans, en haar heil als een brandende fakkel” (Jes.62:1). Ik hou van Israël, niet om wat ze doen, maar om wie ze zijn!  En daar zal ik, om Gods wil, niet over zwijgen!

Het is erg dat door alle foute informatie die de media de wereld instuurt, Israël gezien wordt als een bezetter. Hoe kun je eigenlijk je eigen grond bezetten? Dan moet het toch eerst ingepikt zijn door een ander? Dan heeft die ander het zichzelf toch toegeëigend? Maar het is nog erger dat de christelijke wereld en de kerken worden meegezogen in deze, door satan opgeworpen, neerwaartse spiraal. Dat er zelfs christenen zijn die een boycot stimuleren en zich openlijk afzetten tegen Israël kan echt niet! En dat de wereldraad van kerken meehelpt om de boomgaarden van joden te kappen, zodat die uit de omstreden gebieden weggaan en of wegvluchten, is ongehoord?!  Hoe durven ze! Gods volk wegjagen uit hun eigen, door God gegeven, land! Wat zullen deze vrome, humane, politiek correcte (christelijke) mensen met de mond vol tanden staan als ze rekenschap moeten afleggen bij de Allerhoogste!

Waar staat u in uw geloofsleven t.o.v. Gods volk? Doet u uw ‘dingetje’ voor de plaatselijke kerk of verlangt u ernaar om God te dienen, met alle gevolgen van dien? God heeft ons, als gelovigen uit de heidenen, nl. twee opdrachten gegeven; Zijn volk zegenen en hen tot jaloersheid wekken (zie hfdst. 8). Je komt er dan ook niet meer mee weg met de opmerking (eerder smoes) van; “dat alleen in Jezus geloven genoeg is”. Dat het hele gebeuren en interesse, met en rond Israël alleen maar voor mensen is die een liefde hebben voor dit volk, zoals anderen dat weer met daklozen of verslaafden hebben. Wij worden namelijk opgeroepen om de weg vrij te maken voor Zijn volk, de Bruid. “We moeten de weg vrij maken van stenen” (Jes.57:14, Jes.62:10). En er liggen heel wat stenen vanuit het christendom op hun weg! Denk daarbij alleen maar aan de vervolgingen en de manier waarop wij Jezus hebben gepresenteerd. De stenen op de weg zijn o.a., dat het de Joden niet makkelijk is gemaakt (door de kerk) om in Jezus als de Messias te gaan geloven! God zoekt vanuit de heidenvolken wachters die op gaan staan voor Zijn volk (Jes.62:1, Jes.62:6-7, Ez.22:30). Een ‘Gideonsbende’ die op de bres durft te gaan staan voor Israël. Een ‘Gideonsbende’ die inziet wat Gods heilsplan is voor deze wereld en die weten dat Israël op den duur helemaal alleen komt te staan. Want als heel de wereld tegen Israël is, als alle naties tegen Israël op gaan staan, wie zal ze dan nog zegenen?

Je zult niet bij iedereen geliefd zijn als je openlijk voor je liefde voor Israël uitkomt. Sommigen vinden je een Israëlfreak, anderen vinden dat je doorslaat. Je zult hoe dan ook op sommige momenten alleen komen te staan. Misschien wel op je werk of in je familie. Maar het kan ook zijn in je eigen christelijke gemeente of zelfs in je huwelijk! Vroeg of laat kom je een keer, net als Israël, alleen te staan, omdat mensen je gewoon niet begrijpen. Omdat je naar Israël alleen maar kunt kijken met ‘geestelijke ogen’ om het belang van hun bestaan te snappen. Door Gods heilsplan met Israël te zien zal het gebeuren dat anderen je niet meer ‘volgen’, zij zijn daar blind voor. Ook zij hebben een bedekking! Aan u dan weer de vraag waar ik mee begon in mijn voorwoord; Bent u een Orpa of een Ruth? Zegt u, net als Orpa, tegen Naomi; “ga maar fijn terug naar uw land en volk, maar ik blijf hier bij mijn eigen religie, onze eigen formulieren, dogma`s, instellingen, enz. Of zegt u met Ruth; “ik ga met u mee, want uw God is mijn God en uw volk is mijn volk!”

Orpa en Ruth liepen ook allebei nog een stuk mee op, voordat de keuzes gemaakt werden  (Ruth 1:7). Hoe ver loopt u mee op? Haakt u af als het, wat Israël betreft, te heet wordt onder uw voeten? Wat doet u als uw oudste broeder straks weer alleen staat? Op het moment dat de laatste natie zijn ondersteuning aan Israël opzegt zal God Zelf een nieuwe ‘natie’ roepen, nl. diegene die in Hem en in Zijn Zoon geloven. Deze natie zal Zijn volk, de kinderen van Israël terzijde staan. Zij vormen de groep gelovigen van allerlei taal die Israël onvoorwaardelijk liefhebben, zoals het wordt beschreven in Zach.8:23; “Zo zegt de HEERE van de legermachten: In die dagen zal het gebeuren dat tien mannen uit alle talen van de heidenvolken, vastgrijpen, ja, de punt van de mantel van een Joodse man zullen zij vastgrijpen, en zeggen: Wij gaan met u mee, want wij hebben gehoord dat God met u is.”  Behoort u ook tot deze groep gelovigen?

God zal opstaan om Zich over Sion te ontfermen (Deutr.30:3, Ps.102:14, Jes.14:1, Jes.49:13 en 15, Jer.12:15, Jer.30:18, Jer.31:20, Jer.33:26, Ez.39:25, Hos.2:22, Micha 7:19, Rom.11:32). Als u zegt dat u een volgeling van Jezus bent, dan kunt u dus niets anders dan met uw hemelse Vader op te gaan staan om u over Sion te ontfermen! Anders volgt u niet!  Hij zal de vijanden van Israël straffen, ook vandaag de dag! (Psalm 2, Psalm 149:5-9, Micha 5:8 en 14, Zef.3:19a, Op.2:26-27, Op.19:15). Zorg dat u daar niet bij zit, want hoe anders zal het gaan met degene die Ruth volgt en met haar kiest voor de God van Israël en, daarbij ingesloten, het volk van Diezelfde God.

Het beeld van Boaz wordt vaak gezien als het beeld van de grote Losser, onze Heer en Heiland. Kijk eens goed wat Boaz tegen Ruth zegt; “Het is mij allemaal verteld wat u gedaan hebt, maar ook dat u uw vader en moeder en uw geboorteland verlaten hebt en naar een volk gegaan bent dat u voorheen niet kende” (Ruth 2:11). En dan in het volgende vers; “Moge de Heere uw daad vergelden, en moge uw loon volkomen zijn van de Heere, de God van Israël, onder Wiens vleugels u gekomen bent om toevlucht te nemen” (Ruth 2:12). Wat heerlijk als onze Heer en Heiland dit ook over u en ons kan zeggen!

Kies alstublieft radicaal voor de God van Israël, met alle gevolgen van dien! Blijf niet hangen in het oude vertrouwde wat de kerkvaders ons geleerd hebben. Tuurlijk hebben ze ook goede dingen geleerd, maar op het gebied van en de kijk op Israël en de vervangingsleer hebben de meesten gefaald! Ook zij waren verblind, ze wisten niet beter.

God roept wachters op die onvoorwaardelijk achter Zijn volk gaan staan en die Hem aan Zijn beloften voor Israël herinneren. Jesaja profeteerde het al; “Op uw muren, Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld. Nooit zullen zij zwijgen, heel de dag en heel de nacht niet. U die het volk aan de HEERE doet denken, gun u geen rust. Ja, geef Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem gegrondvest heeft en gesteld heeft tot een lof op aarde.” (Jes.62:6-7). In vers 7 spoort Hij ons er zelfs toe aan om Hem daarin geen rust te geven en onszelf geen rust te gunnen. In het hebreeuws staat hier het woord ‘mazkira’, wat vertaald, ‘herinneren aan’ of ‘secretaresse’ betekend. God wil dus dat wij Hem, als een secretaresse, aan Zijn beloften voor Zijn volk Israël, herinneren. Er staat ook dat we dag en nacht niet moeten zwijgen (vers 6a). Ik vond het in eerste instantie moeilijk om te begrijpen, want hoe moet en kan je dat nu persoonlijk in praktijk brengen? Je moet toch ook een keer slapen? Ik denk dat God het als volgt bedoeld heeft, nl.; als er wereldwijd wachters zijn, dan zullen aan de ene kant van de aarde wachters wakker zijn en aan de andere kant wachters slapen. En zo zijn er dan, wereldwijd, altijd wachters actief, non-stop, dag en nacht!

De landbelofte is vanuit God Zelf aan Abraham gegeven, een onvoorwaardelijk verbond. Alleen God Zelf ging tussen de dieren door (Gen.15:17-18) om het te bevestigen. Dus wat Israël ook doet, God houdt Zich aan Zijn belofte(n), ook al gaat dat tegen ons gevoel in. "Zij (Israël) zullen God tot een volk zijn en Hij zal hen (Israël) tot een God zijn" (Jer.30:22). Wat een genade! Dat is precies de reden, waarom ik Vader dagelijks herinner aan Zijn beloften. Ik sta voor Zijn volk in de bres, omdat ze zelf verblind zijn. Ik proclameer de beloften om daarmee te zeggen; "Vader, ik weet dat het grootste deel van Uw volk in zonde leeft en dat U gerechtvaardigd bent om hen daarvoor te straffen. Maar U hebt beloftes gedaan waar U een eed op hebt gezworen! Volvoer Uw beloftes met spoed tot meerdere eer en glorie van Uw grote naam". Als wachter geloof ik stellig dat God alles waar gaat maken met Israël wat Hij eeuwen lang beloofd heeft. Ook, of beter gezegd, juist als dat ingaat tegen alls wat het christendom ons geleerd heeft. Voor de kerk heeft Israël eeuwen geleden al afgedaan in Gods heilsplan. Daardoor staat het als instituut ook niet meer in de bres voor Gods volk. Maar als individuele gelovige is het nog niet te laat.  In Ez.22:30 lezen we; "Ik zocht naar iemand onder hen die een muur kon optrekken en voor Mijn aangezicht in de bres kon staan voor het land, zodat ik het niet te gronde hoefde te richten, maar Ik vond niemand". Als gevolg hiervan staat er in vers 31 ; "Daarop stortte Ik Mijn gramschap over hen uit. Door het vuur van Mijn verbolgenheid heb ik een einde aan hen gemaakt. Hun weg heb ik op hun eigen hoofd doen neerkomen, spreekt de Heere HEERE".
God is een God van recht. Toen, maar ook nu. Daarom verlangt God ernaar dat er mensen (gelovigen) zijn, wachters, die in de bres gaan staan voor Zijn volk. Een heilige roeping in Zijn heilsplan.

Hoe krijgt nu dat wachterschap vorm, vraagt u zich misschien af? De Bijbel staat vol met “Ik zal” profetieën en beloften (ik heb er ook al een paar genoemd in hfdst 5). Zoals u nu weet zijn die niet voor de kerk, maar voor Israël. Zoals eerder genoemd proclameer ik als wachter dagelijks de beloften van God en zeg daarbij dat ik God de Vader herinner aan wat Hij beloofd heeft, dat Hij het spoedig waarmaakt en Zijn volk verlost. Dit kan uiteraard overal. Wachter zijn hangt niet af van een bepaalde plaats, wachter ben je overal. Er zijn al vele wachtersgroepen actief die regelmatig samenkomen om gezamelijk te proclameren. Ook probeer ik regelmatig om als wachter daadwerkelijk over de oude muren van Jeruzalem te lopen. Om vanaf die muren te proclameren volgens de profetie van Jes.62:6. Het voelt voor mij als een heilige eer om onderdeel te mogen uitmaken van deze profetie. Ik kan het nog steeds niet bevatten dat God juist mij, en ondertussen al vele mede-wachters, op het oog had en heeft om deze profetie te mogen vervullen.

Waarom de beloften proclameren (hardop zeggen) denkt u misschien? Het proclameren van een wachter is geestelijk oorlog voeren. Een wachter neemt deel aan de geestelijke strijd die zich afspeelt in de hemelse gewesten. Satan is niet alwetend, hij kent niet uw en mijn gedachten. Hij moet het hebben van wat hij van u ziet, wat u doet, wat u zegt. Zo komt hij er achter wat uw zwaktes zijn. Daar speelt hij haarfijn op in en probeert u zo tot zonden te verleiden. Als je God hardop aan Zijn beloften herinnert, hoort satan die beloften ook. En satan siddert voor het gesproken woord van God! Door al de beloften die uitgesproken worden weet hij dat het hem nooit zal lukken Israël uit te roeien. Daardoor weet hij ook dat hij de komst van Koning Jezus de Vredevorst  niet tegen kan houden.Hosanna! Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere, de Koning van Israël!” (Ps.118:26a, Joh.12:13b)

U zegt misschien wel; “ik heb niet zo veel met dat wachter-zijn en dat proclameren”. Dat kan ik mij voorstellen. Het is ook een roeping die God je geeft. Het is ook iets wat in de kerken niet geleerd wordt. Het lijkt ook bijna Godslasterlijk, alsof je God op Zijn vingers tikt, ware het niet dat God hier Zelf naar verlangt en ons ertoe oproept om het te doen, om vooral niet te zwijgen. Onthoud goed dat God Zelf wachters roept en aanstelt, een ander kan van jou geen wachter maken!

Ik voel die roeping als wachter en om voor Israël in de bres te gaan staan. Om, om Sions wil niet te zwijgen en om Jeruzalems wil niet stil te zijn. Ik voel de roeping om Israël weer ‘op de kaart te zetten’ bij kerkelijk Nederland. Zodat we (weer) gaan zien dat God nog steeds van Israël houdt! Dat Israël nog steeds een belangrijke ‘rol’ speelt in Gods heilsplan met deze wereld! Dat Israël nooit vervangen is door de kerk! Dat God Zelf Israël heeft uitverkoren als Zijn volk!

Voelt u niet de roeping van het wachter-zijn? Bid dan maar wel (dagelijks) om vrede voor Jeruzalem! (Ps.122:6)