5 De bruid en het Lichaam van Christus

Vanwege de dwaling van de  vervangingsleer is er een heel belangrijk gegeven zó veranderd dat het z`n doel mist. De kerk is gaan geloven dat niet Israël, maar dat zij nu de Bruid is geworden. Dit heeft zulke vergaande gevolgen gehad, dat we de Bijbel, en dan vooral de beloften en profetieën die specifiek voor de Bruid (Israël) zijn, op de kerk zijn gaan toepassen. Als je de vervangingsleer niet aan wilt hangen, dan zul je moeten erkennen dat Israël de Bruid was en nog steeds is! Hosea 2:18, 19 en 22 gaat over de Bruid. De vraag is natuurlijk; “Wie is dan, Bijbels gezien, de Bruid?” Dat antwoord vinden we in vers 14b, nl; ‘het volk dat door God uit Egypte is weggeleid’. Dit kan uiteraard alleen maar Israël zijn, wij heidenen zijn nooit als slaven uit Egypte door God bevrijd. In vers 18a spreekt God zelfs dat Hij Israël voor eeuwig tot Zijn bruid zal nemen!

Als u met deze gedachte (dat Israël de Bruid is) het Bijbelboek Hooglied gaat lezen, maar ook alle profetieën en beloften, dan gaat dat heel anders spreken. Dan ga je meer het Vaderhart van God leren kennen. Daarom moeten we altijd opletten als we ergens een tekst voor gebruiken, zoals bijv. op een kaart. Het zou zomaar kunnen dat er teksten toegepast worden op iets of iemand terwijl ze eigenlijk op Israël van toepassing zijn. Datzelfde zie je oa ook in het doopformulier gebeuren met de tekst over de landbelofte.

Wij, gelovigen uit de heidenen (mijn wens is dat u uzelf daar ook bij mag rekenen), vormen het Lichaam van Christus (Rom.12:5, 1Kor.12:27, Ef.1:22-23, Ef.3:6, Ef.4:12, Ef.5:23, Kol.1:24). Kunnen wij, als gelovigen, zowel het Lichaam van Christus zijn en tegelijk ook de Bruid? Als gelovigen worden wij bij de Bruid, de edele olijfboom, geënt (Rom.11:17). Wij delen mee in de beloften van de Bruid, maar de Bruid is en blijft Israël. Met eerbied gesproken; God is monogaam en heeft er geen tweede Bruid bijgevoegd! Het zal toch niet zo zijn, dat God de ene Bruid Israël ingeruild heeft voor een andere Bruid, die zichzelf nu de kerk noemt?! Als je beweert dat de kerk, die zichzelf ook wel de gemeente noemt, nu de Bruid is i.p.v.  Israël, welke beloften gelden er dan nu nog voor Israël? Als je Israël afschrijft als Bruid (wat nergens in de Bijbel staat) en er een andere Bruid voor in de plaats zet, is dat dan geen vervangingsleer? 

Even een uitstapje over het begrip 'gemeente'. Dat is geen nieuw begrip wat we pas tegenkomen in het nieuwe testament. De kerk noemt zichzelf nu ook de gemeente, maar klopt dat wel? Israël wordt namelijk in het oude testament ook al 'de gemeente' genoemd. Zelfs 95 keer. Een greep hieruit; 'gemeente des Heeren' (Num.16:3, Jozua 22:6, 1 Kron. 18:8, Micha 2:5), 'Jakobs gemeente' (Deutr.33:4), 'gemeente Gods' (Neh.13:1), 'gemeente der heiligen' (Ps 89:6), 'gemeente Zijner gunstelingen' (Ps 149:1). Het woord 'gemeente' is in het Grieks; 'ecclesia'. Ecclesia van 'ek' (van tussen uit) en van 'caleo' (roepen). De Rooms Katholieke kerk heeft dit woord 'ecclesia', vertaald door; 'kerk'. Hierin zie je ook alweer het ontstaan van de vervanging. Israël werd al door God 'de gemeente' genoemd, maar het christendom is zichzelf zo gaan noemen. Daardoor is de ultieme vervangingsleer ontstaan dat Israël zich nu bij de kerk (het christendom) moet voegen om behouden te worden. Hoe kan dat nou? Israël was toch zelf al de gemeente, de ecclesia, de kerk? Ziet u hoe alles verdraaid is en waarmee we vandaag de dag mee te maken hebben? Een heel vertekend beeld van Gods heilsplan! Het is een heilsplan geworden met en via het christendom, maar zonder Israël. Hiervan weten we inmiddels zeker dat dat geen Bijbelse weg is. Wij worden, door geloof, toegevoegd bij de eeuwenoude 'gemeente des Heeren'. De gemeente die allang bestond. Die God Zelf eeuwen geleden al geformeerd had met Zijn volk, het volk Israël. Wij worden dus, door geloof, toegevoegd bij Zijn eeuwenoude verbondsvolk Israël. De vervanging die het christendom ons leert is dus geen Godswerk, maar mensenwerk!

Je zou het toch niet in je hoofd durven halen om iets van God af te pakken en of te verdraaien? U kunt bij uzelf denken; “het is maar een detail”, maar het is wel een heel belangrijk detail! Wij, gelovigen uit de heidenen, moeten onze plaats weten; wij zijn, door het geloof in Jezus, bij de Bruid Israël gevoegd, wij zijn de Bruid niet geworden! Omdat de profetieën en beloften voor Israël samenhangen met de Bruid kun je het ene niet losmaken van het andere. Wij heidenen zijn, met behoud van onze eigen identiteit, in de edele olijfboom geënt (Rom.11:17). Wij mogen delen in diezelfde beloften, maar vanwege het behoud van onze identiteit worden wij  géén jood! In het oude testament wordt specifiek Israël Zijn Bruid genoemd, maar in het nieuwe testament lees je nergens dat God de kerk (die zichzelf de gemeente is gaan noemen) nu Zijn Bruid noemt. Zodoende klopt er dus ook niets van het (geliefde) begrip; ‘Bruidsgemeente’ wat nogal eens klinkt in bepaalde geloofsgemeenschappen. Dit is weer het zelf toe-eigenen. Het klinkt vroom maar het is een on-Bijbels gegeven. Men is op deze gedachte gekomen o.a. aan de hand van Ef.5:22-33. Hier maakt men uit op dat de vrouw in dit gedeelte, de Bruid is. Alleen klopt dat niet, omdat Paulus hierin de verhouding van man naar vrouw en andersom wil verduidelijken t.o.v. Christus en de gemeente.

Zoals ik in het vorige hoofdstuk het voorbeeld van Jozef al gaf met zijn bekendmaking, zo zal dus Jezus in eerste instantie terugkomen om Zich aan Zijn Bruid (Israël) bekend te maken. Natuurlijk zullen wij, de gelovigen, ten volle meegenieten van Zijn verschijning en beloften, maar op dat intieme moment staan wij even aan de zijlijn. Het is als het ware bij een wedstrijd van de club waar je voor bent. Als zij winnen sta je aan de kant mee te juichen, want indirect heb jij ook gewonnen. Maar het zijn de spelers waarmee de wedstrijd gespeeld is. Israël heeft zijn hele geschiedenis al moeten vechten voor hun voortbestaan en hebben een lijdende rol in deze wereld voor het behoud van de heidenen (Kol.1:24). In hoofdstuk 8 ga ik hier verder op in.

Als je je plaats weet in Gods heilsplan met de wereld, dan kan je, als Zijn Lichaam, ook gaan ‘functioneren’ naar Gods plan met Zijn volk, de Bruid. Als je echter leert dat wij (gelovigen uit de heidenen) nu de Bruid zijn dan zit je in de spiraal van het antisemitisme. Want, zo leert de kerk al bijna 2000 jaar; wij zijn nu de Bruid en de joden hebben onze Bruidegom vermoord! Deze stelling heeft al aan meer dan 17 miljoen joden het leven gekost, maar ook daar meer over in hoofdstuk 8.

Als Lichaam van Christus moeten en mogen we de joden ook absoluut niet benaderen met een wijzende vinger, omdat ze Jezus hebben verworpen. Want, zoals ik al schreef en zoals het ook al voorspeld was in de profetieën, zouden zij Jezus verwerpen. Zodat het heil ook naar ons, de heidenen, kon gaan (Rom.11:11).

Iets om over na te denken is, dat niet de joden Jezus gedood hebben, maar de heidenen (Matt.20:19, Lukas 18:32). Jezus voorzegt het Zelf ook tegen Zijn discipelen dat Hij overgeleverd zal worden aan de heidenen (Mark.10:33). De Joden, die op dat moment in Jeruzalem waren, hebben Hem zowaar afgewezen als Koning. Ook zij hadden een bedekking voor de Messias. De plaatselijke joden hebben er wel toe aangezet, maar het waren de romeinen (heidenen) die Hem bespot, geslagen, gespuugd, gegeseld en uiteindelijk gekruisigd hebben (Matt.20:19, Luk.18:32, Joh.18:31b, Hand.2:23b). Misschien is een van die soldaten wel een verre voorvader van u?! Het zou zomaar kunnen!

Het wonderlijke van God vind ik dan weer dat juist de heidenen Hem, zowaar onbewust, wel uitgeroepen hebben tot ‘Koning van de joden’ (Hand.13:27). Hij kwam als de Koning der joden, Hij voer op als de Koning der joden en Hij komt terug als de Koning der joden!

Bij Zijn aanstaande komst zullen, zoals al eerder beschreven in hoofdstuk 4, de schellen van hun (Israëls) ogen vallen en zullen ook zij Hem herkennen en erkennen als Koning! Het beeld gaat nog meer spreken als je het ritueel kent van een typisch joodse bruiloft. De bruid wordt door haar aanstaande man zelf gesluierd waarna er diverse ceremonies plaatsvinden. Daarna haalt de bruidegom zelf de sluier van voor haar gezicht (en ogen). Wonderlijk hè hoe God werkt. Wij zijn bevoorrecht, omdat wij de hele geschiedenis kennen en daar veel van kunnen leren. Je ziet als het ware, aan de hand van de profetieën en de wereldgeschiedenis, hoe Gods plan met Israël en de wereld verloopt. Ook al zien wij hier nog maar een speldenprikje van, want Gods plan zal allemaal nog veel grootser, mooier, machtiger, enz……….. zijn.

We hadden in Hosea 2:18, 19, 22 en 14b al gezien dat Israël als de Bruid beschreven wordt, maar God heeft nog meer namen voor ze, om ze te liefkozen. Hij noemt Israël oa; Mijn Geliefde (Jes.5:1), Mijn Beminde (Jes.5:1, Jer.11:15, Jer.12:7), Mijn Wijngaard (Jes.5:1, 3, 4 en 7, Jer.12:10), …..enz. Er zijn er nog veel meer te noemen, maar ik wil alleen duidelijk maken dat de liefdesband die God met Israël gesloten heeft zo intiem is. Lees Hooglied er maar op na, daar moeten wij als heidenen helemaal niet aan willen komen! Leg u er maar bij neer dat Israël uitverkoren is als Zijn Bruid. En dat wij, uit genade alleen, erbij mogen horen. Onverdiend en toch ontvangen door het bloed van het Lam! En laten we eerlijk zijn, is een plek in het Lichaam van Christus (de Bruidegom) niet nog intiemer dan een plek bij de Bruid? Alleen daarom al zou ik bijna naast mijn schoenen gaan lopen van vreugde! U toch ook?! Uiteindelijk zullen Bruid en Bruidegom samengevoegd worden tot verheerlijking van God. Man en vrouw zijn tenslotte één.

Ook al hoereerd(e) Israël als Bruid, God laat haar niet los. Zijn trouwbeloftes zijn voor eeuwig!
Vanuit de mens gezien kunnen wij dit niet begrijpen, omdat wij alles relativeren en wij heel erg in oorzaak en gevolg denken. Zo van; “de Joden hebben Jezus, (niet God!), de rug toegekeerd dus zal God Zijn rug ook wel naar hun toegekeerd hebben”. Nou, zo werkt God niet! Onze God is een God van trouw en als Hij zegt dat Hij alles ten goede zal keren en weer op zal staan om Zich over Sion te ontfermen (oa Ps.102:14, Jer.23:5-6), dan geloof ik dat. Er staan zoveel beloften in de Bijbel over het herstel van Israël, dat het te veel is om op te schrijven! U zou gewoon de profeten moeten lezen zoals bijv.; Jesaja, Jeremia, Ezechiël, Hosea, Joël, Amos, Micha, Zefanja en Zacharia.

Het is opmerkelijk hoeveel beloften God aan Zijn volk gegeven heeft en die ook allemaal nog uit moeten komen voor het Israël van vandaag de dag! Als God zegt “Ik zal”, dan geloof ik ook zeker dat het gaat gebeuren anders zou mijn geloof in de God van Israël niets voorstellen. Hier volgen een aantal teksten die mij aanspreken en waarin God Zijn beloften elke keer bevestigt met “Ik zal”; Ps.89:34-38, Ps 132:13-14, Jes.41:17b, Jes.42:16b, Jes.43:1-3, Jes.49:3, 8, 15-16, Jes.54:7, Jes.58:14, Jer.16:14-15, Jer.24:7, Jer.30:3, Jer.31:1 en 31, Jer.32:36-42, Ez.20:40-44, Ez.34:11-16, Ez.36:15, Ez.37:22, Ez.39:27-29, Amos 9:11-15, Micha 2:12-13, Zef.3:14-20, Zach.2:11, Zach.8:3, 7-8, Zach.10:6, 8-9, Mal.3:17.

Voelt u ook de roeping en de wil van God dat wij, als Zijn lichaam, de Bruid Israël moeten voorbereiden op de komst van de Bruidegom? Wat een belangrijke en verantwoordelijke taak heeft God ons, als gelovigen uit de heidenen, gegeven! Door de kerkgeschiedenis weten we nu hoe het niet moet. Maar is het niet al te laat? Kunnen wij Israël nog tot jaloersheid wekken? De kerk als instituut mijn inziens niet meer. Misschien als individuele volgeling van Jezus nog wel, al zal dat een lange weg zijn. Want de (griekse) Jezus die zij hebben leren kennen, is niet bepaald jaloersmakend voorgeschoteld door de kerk, als de beloofde Messias.

We hebben Israël, als kerk, al zoveel ontnomen. Het zal toch niet waar zijn dat we de unieke plaats, die ze in Gods heilsplan hebben als de Bruid, ook nog onszelf toe-eigenen?! In theorie zijn wij, door het geloof in het  verlossende werk van Jezus, bij de Bruid Israël gevoegd met alle bijbehorende zegeningen. Maar dit maakt ons nog geen Bruid van Christus. En ik zeg het nogmaals: Als wij onszelf gaan zien en gedragen als de Bruid, dan is het gevaar van de vervangingsleer akelig dichtbij, zo niet aanwezig! Want op het moment dat wij onszelf gaan zien als de Bruid, heeft Israël als de Bruid afgedaan. En is er geen hoop meer voor hen op herstel en de beloften. We horen er helemaal bij. Niet omdat wij ervoor gekozen hebben, maar omdat God ons gekozen heeft. Kunnen we er nu niet gewoon genoegen mee nemen dat we het Lichaam van Christus al zijn?! Als we dat gegeven kunnen accepteren dan kunnen we ook gaan functioneren als het Lichaam van Christus, dat er alles aan wil doen om de Bruid Israël te willen voorbereiden op de komst van de Bruidegom. Niet door hen te wijzen op hun blindheid voor de Messias, maar door hen jaloers te maken door onze omgang te tonen met Jezus (Jeshua). Hun beloofde Messias.

Ziet u de kerk nog (steeds) als de Bruid? Ook als God het Zelf anders ziet? Hoe vat u het dan op als Jesaja in hfdst. 54:5 het heeft over; “uw Maker is uw Man”? Want dan zegt hij dat specifiek tegen het volk van Israël. Ook vers 6-8 geeft duidelijk aan dat de vrouw Israël is. God belooft ook in deze verzen dat Hij Zich na Zijn toorn (door hun voortdurende afwijzingen) weer over de vrouw zal ontfermen (vers 8). De vrouw (Bruid) kan dus niemand anders zijn dan Gods uitverkoren verbondsvolk dat Hij uit Egypte bevrijdde. Israël is de Bruid (Zijn vrouw) en wij (gelovigen uit de heidenen) zijn als het ware de bruiloftsgasten (de heiligen, die geroepen zijn) (Openb.19:7-9). Wij zullen, als de bruiloftsgasten, het feest ten volle meevieren en delen in alle beloften (Jes.25:6-8). Wat een geweldig moment zal dat zijn! Uiteindelijk zullen de Bruidegom, de Bruid en de bruiloftsgasten voor altijd verenigd zijn. Kijkt u ook zo uit naar dat moment?!